Nederlandse zorguitgaven leggen steeds groter beslag op economie
Zorguitgaven in Nederland zijn in 2011 wederom sterker gestegen doordat er meer zorg werd verleend tegen vlakke prijzen. De zorguitgaven groeiden wederom veel sterker dan het consumentenprijspeil, en leggen daardoor een steeds groter beslag op de economie. Dat blijkt vandaag uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
In 2011 bedroegen de zorguitgaven bijna 90 miljard euro, een groei van 3,5 procent vergeleken met 2010 als een kleine compensatie door het rijk niet wordt meegenomen. De consumentenprijsinflatie bedroeg in 2010 1,3 procent. Afgelopen decennium stegen de zorguitgaven jaarlijks tussen de circa 3 en 5 procent, ruimschoots boven de inflatie van 1,9 procent.
Volgens het CBS steeg het zorgvolume in 2011 met 3,7 procent. De groei van de ziekenhuiszorg en de geestelijke gezondheidszorg was stabiel op respectievelijk tegen de 5 en 4,6 procent.
Daarentegen nam de volumegroei van de ouderenzorg toe van 1,1 procent in 2010 naar 3,8 procent in 2011.
Vergrijzing
Evenals andere Westerse landen kampt Nederland met de gevolgen van de vergrijzing, de afname van de beroepsgeschikte bevolking als gevolg van het lagere geboortecijfer en de hogere levensverwachting. Daardoor moet een steeds kleinere groep werkenden opdraaien voor sociale uitgaven, waaronder ziektekosten, voor de ouderen.
In 2060 zal volgens het CBS de groep van 20 tot 65 jaar geslonken zijn met 6 procent tot 9,5 miljoen. De bevolking zal in dat jaar volgens het statistiekbureau een omvang hebben van 17,9 miljoen. Daarvan zal 4,7 miljoen, ofwel 26,3 procent, boven de 65 zijn. In 2012 vormden 65-plussers nog 16,2 procent van de totale bevolking.
Torenhoge zorguitgaven
Nederland is na de Verenigde Staten het land waar de zorguitgaven het relatief het hoogst zijn van alle landen die deel uitmaken van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling.
Volgens de meeste recente en vergelijkbare cijfers bedroegen de zorguitgaven in Nederland als percentage van het bruto binnenlands product 12,0 procent in 2010. Het OESO-gemiddelde lag dat jaar op 9,5 procent. Alleen in de Verenigde Staten werd relatief meer gespendeerd aan zorg, namelijk 17,6 procent van het BBP. In buurlanden Duitsland en België ging het om respectievelijk 11,6 en 10,5 procent van het BBP.
Per hoofd van de bevolking bedroegen de zorguitgaven in Nederland in 2010 5.056 dollar, gecorrigeerd voor koopkrachtpariteit. Nederland nam daarmee binnen het OESO-gebied de vierde plaats in. De Verenigde Staten waren de onbetwiste nummer een met 8.233 dollar per hoofd. Noorwegen volgde met 5.388 dollar en het OESO-gemiddelde bedroeg 3.268 dollar.
Desalniettemin bevindt de Nederlandse levensverwachting gecombineerd voor mannen en vrouwen zich in de middenmoot. In 2010 bedroeg de levensverwachting 80,8 jaar, een jaar boven het OESO-gemiddelde. Japan spaande de kroon met een levensverwachting van 83,0 jaar
Naast Japan ligt de levensverwachting ook in Spanje en Italië beduidend hoger, terwijl de zorguitgaven per hoofd van de bevolking en als percentage van de economie weinig afwijken van het OESO-gemiddelde.
Door: ABM Financial News.
[email protected]
Hoofdredactie: +31(0)20-737 17 42
Redactie: +31(0)20-262 29 78
© Copyright ABM Online Solutions B.V.. All rights reserved. Any redistribution, duplication or archiving prohibited. ABM Online Solutions B.V. and the provider of this website/application do not warrant the accuracy of any News Content provided and shall not be liable for any errors, inaccuracies or delays in the content, or for any actions taken in reliance thereon.
