Nederlandse werkloosheid hoger in december
De werkloosheid in Nederland is in december opgelopen. Dit meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek donderdag.
In december was 8,1 procent van beroepsbevolking werkloos, tegenover 8,0 procent in november.
De voor seizoeninvloeden gecorrigeerde werkloosheid steeg in december met 12.000 mensen tot 642.000, nadat deze in de voorgaande drie maanden vrijwel niet was veranderd. Van mei tot en met augustus was er juist nog een sterke daling van de werkloosheid. Het arbeidsaanbod bleef gelijk in december, maar de werkzame beroepsbevolking nam in omvang af. Daardoor steeg de werkloosheid, aldus het CBS.
Volgens de definitie van de internationaal gehanteerde International Labour Organisation (ILO) kwam de werkloosheid in december uit op 6,7 procent van de beroepsbevolking. Dit is 0,2 procent hoger dan in november. Met ingang van 2015 zal het CBS de hoofdindicator van de werkloosheid baseren op de definitie van de ILO.
Het CBS benadrukt dat volgens de internationaal gehanteerde definitie de Nederlandse werkloosheid relatief laag is. De werkloosheid in de eurozone bedroeg in november 11,5 procent en in de Europese Unie als geheel 10,0 procent. Met circa 5 procent was de werkloosheid het laagst in Oostenrijk en Duitsland.
Het belangrijkste verschil tussen de nationale en de internationale definitie van de beroepsbevolking is het aantal uren per week dat iemand werkt of wil werken. Volgens de internationale definitie, die aansluit bij de richtlijnen van de ILO, wordt iedereen geteld die werkt of wil werken, ook scholieren met een bijbaantje. Dat betekent dat de grens op één uur per week ligt. Volgens de nationale definitie omvat de beroepsbevolking personen die een substantieel aantal uren per week betaald werken of dat daadwerkelijk willen. Daarom is de grens bij twaalf uur per week gelegd.
Door: ABM Financial News.
[email protected]
Hoofdredactie: +31(0)20-737 17 42
Redactie: +31(0)20-262 29 78