Olieprijzen stijgen flink
De olieprijzen zijn maandag flink gestegen. Bij een settlement van 83,38 dollar werd een vat West Texas Intermediate 2,2 procent duurder.
De oliemarkten worden momenteel gesteund door de geopolitieke spanningen. Samer Hasn, marktanalist bij broker XS.com, wees op de mogelijkheid dat Iran zich rechtstreeks in een conflict mengt tussen Israël en Hezbollah, plus de potentie van Rusland om steun te bieden aan partners in het Midden-Oosten.
Vrijdag stonden de olieprijzen nog onder druk, hoewel de schade beperkt bleef nadat bekend werd dat het aantal actieve boorplatforms in de VS afgelopen week is gedaald.
In de maand juni wisten de oliemarkten wel te herstellen. Aanvankelijk kwamen de prijzen onder druk te staan, nadat OPEC+ bekendmaakte dat het na september de vrijwillige productieverlagingen gaat afbouwen.
Joe DeLaura, energiestrateeg bij Rabobank, wees erop dat die OPEC-doelstelling in het vierde kwartaal zal samenvallen met een “waarschijnlijke daling van de Amerikaanse productie van ruwe olie tot onder de 13 miljoen vaten per dag”.
Hij merkte op dat de productiviteit van Amerikaanse oliebronnen al vier jaar op rij daalt en dat er meer geboord moet worden om de productie constant te houden, maar dat het aantal booreilanden daalt sinds de piek in het vierde kwartaal van 2022. Het aantal booreilanden daalde in de loop van 2023 en is onlangs tot onder de 500 gezakt, zei DeLaura.
WTI is in de eerste jaarhelft van 2024 met 14 procent gestegen en Brent met circa 10 procent.
“Wij blijven een positief standpunt innemen ten opzichte van Brent, hoewel er zorgen zijn over de vraag; bijvoorbeeld de Amerikaanse vraag naar benzine en de Chinese vraag”, zeiden Warren Patterson en Ewa Manthey, grondstoffenstrategen bij ING. Brent kostte maandag ruim 86 dollar, een stijging van bijna 2 procent ten opzichte van vrijdag.
