Olieprijs herstelt
De olieprijs is donderdag, na een daling eerder op de dag, toch hoger geëindigd. Bij een settlement van 78,28 dollar werd een vat West Texas Intermediate uiteindelijk 0,9 procent duurder. Brent sloot boven de 81 dollar, waar de prijs eerder op de dag nog onder de 80 dollar dook.
Woensdag wisten de olieprijzen ook te stijgen, toen gesteund door groter dan verwachte dalingen van de Amerikaanse olievoorraden.
Donderdag eerder op de dag stonden de olieprijzen onder druk na een nieuwe renteverlaging door de Chinese centrale bank. Dit onderstreept de zorgen over de vraag van ’s werelds op een na grootste verbruiker van ruwe olie, zeiden marktkenners.
De People’s Bank of China verraste marktdeelnemers door de rente te verlagen van 2,5 naar 2,3 procent. De zet komt nadat de Chinese centrale bank eerder deze week al haar zevendaagse reverse-repo tarief verlaagde. Beide maatregelen lijken de bezorgdheid over de onderliggende kracht van de Chinese economie te hebben aangewakkerd.
“De markt maakt zich duidelijk zorgen of deze acties de problemen in de [Chinese] huizensector met succes kunnen aanpakken”, zei analist Achilleas Georgolopoulos van XM.
Manish Raj van Velandera Energy Partners wees naar het bredere risicomijdende marktsentiment dat donderdag aanvankelijk ook op de olieprijzen drukte.
Bij gebrek aan een sterke overtuiging in een risicovolle markt, is het gewoon gemakkelijker om alles te verkopen, volgens de analist.
“Handelaren zijn ervan overtuigd dat de technologiemarkten op weg zijn naar een correctie na een knappe rally dit jaar, dus traders willen het risico verminderen en wachten op de winstcijfers van bedrijven om de pols van de economie te controleren”, aldus Raj.
