Rechtbank bepaalt in tussenvonnis dat boete voor Acomo-dochter ongeldig is

 De rechtbank heeft in een zaak aangespannen tegen Tradin Organic Agriculture, een dochteronderneming van Acomo, in een tussenvonnis op 24 juli geoordeeld dat een ingeroepen boetebeding door een leverancier niet geldig is. Dit meldde Acomo vrijdagavond.

In de procedure vordert de leverancier een schadevergoeding wegens schending en vroegtijdige beëindiging van een zakelijke relatie met betrekking tot de levering van biologische producten, legde de handelsonderneming in specerijen, noten, eetbare zaden, thee en voedingsingrediënten vrijdag uit.

“De gevorderde schadevergoeding bedraagt ongeveer 55 miljoen euro en is voornamelijk gebaseerd op een boeteclausule. Tradin heeft op haar beurt ook vorderingen tegen deze leverancier”, aldus Acomo.

In het tussenvonnis van 24 juli 2024 werd door de rechtbank voorlopig geoordeeld dat het door de leverancier ingeroepen boetebeding niet geldig is en dat de leverancier daarop geen beroep kan doen. Wel heeft de leverancier recht op een vordering wegens gederfde commissies over de periode van 31 oktober 2019 tot en met 31 oktober 2024, blijkt uit het tussenvonnis.

Een tegenvordering van Tradin in deze procedure zal in het eindvonnis worden afgewezen, aldus Acomo.

Acomo verwacht dat het uiteindelijk aan de leverancier verschuldigde bedrag, mocht de zaak definitief in haar voordeel worden beslecht, minder dan 1 miljoen euro in hoofdsom zal bedragen.

Tradin heeft op haar beurt een gunstig maar nog niet definitief vonnis ontvangen van een Engelse rechtbank op 24 juni dit jaar, waarmee is bepaald dat de leverancier Tradin momenteel meer dan 1,5 miljoen euro verschuldigd is.

De rechtszaak zal naar verwachting geen invloed hebben op de dagelijkse activiteiten van Acomo, benadrukte het bedrijf vrijdag.