Olieprijzen lager gesloten ondanks oplopende spanningen Midden-Oosten
De olieprijzen zijn maandag lager gesloten, ondanks het risico van een toenemend conflict tussen Israël en de door Iran gesteunde militie Hezbollah.
Bij een settlement van 75,81 dollar werd een vat West Texas Intermediate 1,8 procent goedkoper.
In het weekend vond er een escalatie plaats, waarbij een raket werd afgevuurd vanuit Libanon. De aanval doodde twaalf kinderen in de door Israël bezette Golanhoogten. Israël heeft Hezbollah de schuld gegeven van de aanval. De militie zelf heeft ontkend verantwoordelijk te zijn.
De markt is nu gespitst op mogelijke reacties vanuit Israël, waardoor het conflict zich wellicht verder zal uitbreiden met alle gevolgen vandien. Belangrijke factor voor de prijs van olie zal zijn of er een daadwerkelijke verstoring van de olietoevoer zal plaatsvinden en of Iran bij het conflict betrokken wordt.
Daarnaast is de afgelopen tijd de olieprijs wat weggezakt, onder meer door de haperende economisch groei in China en de verwachting de er een geleidelijke versoepeling zal komen van het aanbod door de OPEC+.
“De oliemarkt zal de OPEC+-bijeenkomst later deze week nauwlettend in de gaten houden voor het geval er signalen zijn van een verandering in het productiebeleid na de recente prijszwakte”, zeggen ING-strategen Warren Patterson en Ewa Manthey in een notitie. “Als er zich verrassingen voordoen, zullen die waarschijnlijk komen in de vorm van het uitstellen van de start van de geleidelijke versoepeling van de aanbodbeperkingen, die in oktober zal beginnen”, aldus de strategen.
