Olieprijzen flink lager gesloten
De olieprijzen zijn dinsdag flink lager gesloten, waardoor alle winsten voor het jaar teniet werden gedaan. Dit mede omdat er naar verwachting een toename van het aanbod in het verschiet ligt, terwijl de vraag onder druk staat.
Bij een settlement van 70,34 dollar werd een vat West Texas Intermediate 4,4 procent goedkoper. De prijs voor een vat Brent daalde dinsdag bijna 5 procent naar 73,75 dollar.
De recente nieuwsberichten bleken dinsdag een giftige cocktail voor de olieprijzen. Ten eerste was er een rapport dat de rivaliserende regeringen van Libië een overeenkomst zouden kunnen bereiken die zou helpen de olieproductie te herstellen na dagen van verstoringen. Een geschil tussen de oostelijke leiders van Libië en de westerse autoriteiten over de centrale bank van het land had geresulteerd in een olieblokkade.
Ten tweede staan er ook nog steeds geplande versoepelingen van de OPEC+ op de agenda en ten derde bleek dit weekend dat in China de productie van de industrie was gedaald naar het laagste niveau in zes maanden. China is de grootste importeur van ruwe olie ter wereld.
En tenslotte hielp de tegenvallende economische data uit de VS ook niet mee. Zo vertoonden twee metingen over de Amerikaanse economie verdere zwakte. Die van S&P Global liet in augustus een verdere krimp zien van de industrie, terwijl de inkoopmanagersindex van ISM onder het niveau kwam dat werd verwacht door economen en daarbij ook opnieuw krimp toonde.
Echter, maakte de OPEC+ in juni duidelijk dat zij de geplande productieverhoging op basis van de marktomstandigheden kon terugdraaien. Volgens Hoofd energieonderzoek bij Publieke Zaken, Hans van Cleef, wordt door de huidige ontwikkelingen dan ook de druk op de OPEC+ verhoogd om de productie niet te verhogen.
